Bouke Arends

“Het eerste jaar, 2019, stond vooral in het teken van kennismaken en voelde als een heel warm bad. Na dat eerste kennismakingsjaar kwam de wereld tot stilstand door corona. Geen sportwedstrijden, geen bruidsparen bezoeken, digitaal vergaderen en overleggen… Pas in 2022 werd alles eindelijk weer een beetje normaal. We kregen in mijn eerste termijn ook te maken met een energiecrisis. Vooral voor Westland was dat behoorlijk ingrijpend. Ik heb daar echt m’n tanden ingezet en alles gedaan wat mogelijk is om de pijn te verlichten. Het gevoel na de eerste termijn? Dat dit een geweldig mooie gemeente is om voor te werken.”

“We zijn op allerlei gebieden bezig om Westland klaar te maken voor de toekomst. Voor de tuinbouw betekent dit dat we goede oplossingen moeten vinden voor bijvoorbeeld duurzaamheid en arbeid. Daar wil ik mij graag voor inzetten. Ik kijk ook uit naar de realisatie van Flora Campus Westland. Dat initiatief gaat de tuinbouwsector helpen om zijn toppositie in de wereld te behouden en te versterken. Daarnaast moeten we zorgen voor meer huisvesting voor jongeren. Als dat lukt, komt de doorstroming op gang en dat is voor de woningmarkt hard nodig.”

“Op heel veel dingen! Ik vond de Tour de France Femmes een mooi voorbeeld van wat wij hier voor elkaar kunnen krijgen. Ik ben ook trots op het feit dat Westland tot de meest veilige grote gemeenten behoort. Met buurtpreventie, BOA’s en politie houden we de veiligheid op een hoog niveau en dat vind ik heel belangrijk.”

“Ik wandel graag: lekker op het strand of door de duinen. Maar een rondje in de bebouwde omgeving vind ik net zo leuk. Gewoon eens kijken hoe de wijken in elkaar zitten, wat voor woningen daar staan en wat de sfeer is. Verder lees ik graag en dat varieert van thrillers tot biografieën en historische romans. De boeken van Geert Mak vind ik bijvoorbeeld enorm boeiend. En ik vind het heerlijk om met de kleinkinderen bezig te zijn. Lekker ravotten, zwemmen, ze verwennen met snoepjes en ijsjes. Kortom, alle dingen die een opa graag doet.”

“We moeten aandacht blijven besteden aan het imago van onze regio. Er wordt kritisch naar de tuinbouw gekeken, bijvoorbeeld als het gaat om de inzet en huisvesting van arbeidsmigranten en de zorg voor het milieu. Er zijn gelukkig veel meer bedrijven die het goed doen dan bedrijven die de regels aan hun laars lappen. Maar die enkeling verpest het wel voor de rest. En de tuinbouwsector is zo belangrijk voor de economie van Nederland en van Westland: daar moeten we zuinig op zijn. We moeten elkaar daarom durven aanspreken op dingen die niet goed gaan. Want als we dat niet zelf doen, doet de rest van de samenleving dat wel.”