Aangifte van overlijden gebeurt bijna altijd binnen 6 werkdagen na het overlijden. Dit heeft te maken met de termijn waarbinnen iemand begraven of gecremeerd moet worden. De ambtenaar burgerlijke stand maakt hierbij een overlijdensakte op.
De gemeente maakt bij aangifte van overlijden ook een verlof waarin ze toestemming geeft voor de uitvaart. De uitvaart moet volgens de wet binnen 6 werkdagen plaatsvinden.
Natuurlijke dood
Bij aangifte van overlijden moet de ‘verklaring van overlijden’ worden overgelegd. Dit is de officiële vaststelling van overlijden door een arts. Meestal regelt de begrafenisondernemer dit voor u.
Niet-natuurlijke dood
Bij een niet-natuurlijke dood moet de officier van justitie een 'verklaring van geen bezwaar' afgeven.
Lijkvinding
Als de dag van overlijden niet vastgesteld kan worden is er sprake van een zogenaamde lijkvinding. In dit geval doet de officier van justitie aangifte van overlijden, meestal in de vorm van een schriftelijke aangifte.